Opgelet voor blauwalgen
De naam ‘blauwalgen’ is misleidend, want het zijn geen algen of wieren, maar bacteriën. De wetenschappelijke naam voor blauwalgen is cyanobacteriën. Er zijn meer dan 2000 soorten cyanobacteriën en ze behoren tot de oudste levensvormen op aarde.
Blauwalgen komen van nature voor in oppervlaktewater. Wanneer er weinig of geen stroming op een waterloop of vijver zit en wanneer er (te) veel voedingsstoffen in het water zitten, bestaat bij hoge temperaturen de kans dat er blauwalgen beginnen te bloeien. Ze vormen dan een blauwgroene, soms roodbruine, olieachtige drijvende laag op het water. De blauwalgen houden gezondheidsrisico's in voor mens en dier omdat ze gifstoffen (toxines) kunnen produceren die in het water terecht komen. Hoewel niet alle soorten blauwalgen toxisch zijn, is het overgrote deel dat wel.
Dieren en mensen kunnen ziek worden bij contact met water dat gifstoffen van blauwalgen bevat. Dit contact kan verlopen via de mond, huid of via inademing. Zo kunnen mensen en dieren bij inname van water met gifstoffen van blauwalgen maag- en darmklachten (zoals diarree en braken) krijgen. Contact met het water kan ook leiden tot huidirritatie, zoals jeuk en rode vlekken, tot irritatie van de ogen en oren, hoofdpijn, luchtwegklachten, allergische reacties en astma. Daarnaast komen duizeligheid, ademhalingsproblemen, sloom worden en kramp voor.
Blauwalgen kunnen ook een negatieve impact hebben op in het wild levende dieren. Bij een massale toename van blauwalgen in oppervlaktewater wordt de voedselketen in het water verstoord omdat blauwalgen minder eetbaar zijn voor waterdieren dan ander plankton. Daarnaast veroorzaken blauwalgenbloei grote schommelingen in de zuurstofhuishouding die schadelijk kunnen zijn voor waterdieren. Deze schommelingen worden veroorzaakt doordat overdag het waterzuurstofgehalte piekt door massale fotosynthese door de blauwalgen, terwijl ’s nachts het zuurstofgehalte heel sterk daalt gezien de algen dan veel zuurstof verbruiken.
Wanneer in het najaar de algen massaal afsterven, kan het zuurstofgehalte bovendien zo sterk dalen dat vissen en andere waterdieren sterven. Tenslotte bevordert zuurstoftekort in het water ook de ontwikkeling van botulisme wat dodelijk is voor watervogels en vissen. Massale groei van blauwalgen is dus slecht nieuws voor de waterdieren.
Mogelijk stapelen de toxines van blauwalgen zich ook op in de organen en het spierweefsel van watervogels. Daarover is nog niet veel wetenschappelijke informatie beschikbaar. Bij gebrek aan meer duidelijkheid wordt aanbevolen om waterwild niet te consumeren indien dit afkomstig is van gebieden waar blauwalgenbloei voorkomt. Het is eveneens aan te raden om ook in de periode na de blauwalgenbloei geen vis of waterwild te consumeren omdat de toxines nog lang in vis en waterwild aanwezig kunnen blijven. Het koken van voedsel verwijdert de toxines niet.
Omdat watervogels en jachtwild mobiel zijn en niet steeds in dezelfde waterloop of vijver drenken of foerageren, is het zodoende een algemeen advies om geen wilde watervogels te consumeren zodra er op diverse plaatsen blauwalgenbloei gesignaleerd wordt.
- Bekijk een filmpje van PlattelandsTV in samenwerking met de collega's van het Departement Landbouw & Visserij over de risico's bij blauwalgen.
- Lees meer over blauwalgenbloei op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij: waar kun je blauwalgenbloei melden en wat kun je als land- of tuinbouwer of als eigenaar van een private vis- of recreatievijver doen om blauwalgenbloei tegen te gaan?