De grauwe kiekendief, een prachtige roofvogel en de hamster hebben het moeilijk om in Vlaanderen te overleven. Beide soorten hebben grootschalige akkergebieden nodig en dat is nog moeilijk te vinden. Om de achteruitgang van deze soorten en alle akkervogels te stoppen keurde minister Schauvliege onlangs zogenaamde soortenbeschermingsplannen goed. Daarin zijn allerlei maatregelen en middelen voorzien. Zo komen er nu vier gebiedscoördinatoren die lokaal in overleg zullen gaan, op zoek naar leefgebieden en draagvlak voor deze soorten.
De grauwe kiekendief is een kleine roofvogel die in Vlaanderen bijna niet meer voorkomt. Nochtans engageerde Vlaanderen zich om in de toekomst 15 broedparen te hebben. De roofvogel broedt in Noordwest-Europa in open akkerbouwgebieden met voldoende ecologische infrastructuur. De hamster is een uiterst zeldzaam knaagdier dat een tiental jaar gelden in de leemstreek nog wijdverspreid voorkwam, vooral op graanakkers. Vandaag blijven er slechts twee relictpopulaties over. Oorzaken zijn onder andere de intensivering van de landbouw, het verlies en de versnippering van het leefgebied, en als gevolg daarvan de genetische verzwakking van de soort. Zogenaamde soortenbescherminsplannen (SBP) moeten deze soorten opnieuw een kans geven.
Zowel de hamster als de grauwe kiekendief zijn in Vlaanderen afhankelijk van grootschalige akkergebieden. De doelstellingen van deze SBP’s liggen dan ook voornamelijk op het ontwikkelen van geschikt leefgebied. Daarnaast wordt er voor de grauwe kiekendief ingezet op goede nestbescherming en de nodige flankerende maatregelen. Voor de hamster, waarvan de populatie zo klein geworden is dat natuurlijk herstel onmogelijk is, zal een herintroductieprogramma nodig zijn.
Omdat de soorten in eerste instantie leefgebied nodig hebben wordt er gebiedsgericht gewerkt. Zo zijn er drie kernzones aangeduid voor de grauwe kiekendief: De Moeren, de Leemstreek (Hoegaarden, Gingelom en Heers-Rutten) en een regio in Limburg rond Peer. Voor de hamster is er één kernzone rond Widooie aangeduid. Elke zone krijgt nu een gebiedscoördinator, die een gebiedsvisie uitwerkt en de maatregelen op het terrein zal coördineren. De gebiedscoördinator zal de lokale activiteiten in de betrokken gebieden coördineren, zodat er:
- voldoende geschikt leefgebied wordt aangelegd;
- het draagvlak voor hamster en/of grauwe kiekendief in de gebieden bij alle betrokken actoren vergroot wordt;
- communicatie en sensibilisering van lokale actoren op een vlotte en effectieve wijze gebeurt;
- nesten van grauwe kiekendief indien nodig actief beschermd worden;
- hamsters en/of grauwe kiekendieven methodisch gemonitord worden;
- het uitzetten van hamsters op de meest efficiënte wijze gebeurt.
Voor de realisatie van de beoogde doelen is een goede coördinatie en samenwerking essentieel. De uitvoering van de SBP’s wordt geleid door een algemeen coördinator binnen het Agentschap voor Natuur en Bos. De gebiedscoördinatoren zullen ook nauw samenwerken met de bedrijfsplanners van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).
De gebiedscoördinatie voor de Grauwe kiekendief zal in de Moeren uitgevoerd worden door Antea Belgium nv., in de Leemstreek door Regionaal Landschap Zuid-Hageland en in Peer door ANB zelf. Voor de Hamster zal de gebiedscoördinatie uitgevoerd worden door Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren.
Joke Schauvliege, Vlaams minister van Natuur: “Met de aanstelling van de gebiedscoördinatoren zetten we een grote concrete stap om in overleg met alle actoren oplossingen te vinden voor deze twee soorten die het in Vlaanderen moeilijk hebben. Bovendien zijn de grauwe kiekendief en de hamster paraplusoorten. Dat betekent dat wat goed is voor hen, ook andere soorten vooruithelpt. Het gaat dan voornamelijk over akkervogels van open landschappen zoals veldleeuwerik, gele kwikstaart of grauwe gors. Alsook voor ander roofvogelsoorten zoals blauwe kiekendief, velduil, torenvalk en bruine kiekendieven.”
Met ondersteuning van de Europese Commissie in het kader van het LIFE-project ‘Belgian Nature Integrated Project’.