Uit de bosinventaris blijkt dat het volume dood hout in Vlaamse bossen sinds de eerste metingen aanzienlijk is gestegen.
Het volume staand dood hout (spilwerkhout, aftopdiameter 7 cm) is sinds VBI1 meer dan verdubbeld. Het gemiddelde volume steeg van 4.1 m³/ha naar 9.9 m³/ha.
De meetmethode voor liggend dood hout (diameter > 7 cm) werd
tussen VBI1 en VBI2 grondig aangepast, waardoor een directe vergelijking
van de hoeveelheden liggend en totaal dood hout moeilijk is.
Sinds de start van VBI2 (2009) is het meetprotocol echter onveranderd
gebleven en ook daarna zien we een verdere stijging van de hoeveelheid
liggend dood hout.
Uitgedrukt in percentages bedraagt het volume dood hout momenteel gemiddeld 8.1% van het totale bestandsvolume (levend + dood). Tijdens VBI1 was dit nog 5.9%. De criteria voor geïntegreerd natuurbeheer stellen een minimaal streefdoel voorop van 4% staand en liggend dood hout.
Volgens de bosinventaris is er in de privé-bossen iets meer dood hout aanwezig dan in de openbare bossen, al is dit verschil niet significant.