1 Context en bronvermelding



Dit document beschrijft een aantal meetvragen op basis van de gegevens van de Vlaamse bosinventaris.

Voor meer context : zie website van het Agentschap Natuur en bos

Bronvermelding :

Govaere L. & Leyman A. (2022). Vlaamse bosinventarisatie Agentschap Natuur en Bos (VBI1: 1997-1999; VBI2: 2009-2018; VBI3: 2019-2021).

2 Bosareaal



Aan de hand van eerste bosinventaris (uitgevoerd in de periode 1997-1999) wordt de oppervlakte bos in Vlaanderen geschat op 140380 ha.
Op basis van de tweede bosinventaris (uitgevoerd in de periode 2009-2018) komen we uit op 140279 ha bos in Vlaanderen. Ten opzicht van de eerste bosinventaris is er dus geen daling noch stijging waar te nemen. De foutenmarge van deze methode is immers berekend op afgerond 5000 ha. Dat wil zeggen dat de ondergrens afgerond 5000 ha lager en de bovengrens afgerond 5000 ha hoger ligt dan 140279 ha.

De bosindex bedraagt zowel voor bosinventaris 1 als voor bosinventaris 2, 10.3 %.

Het bos in Vlaanderen is erg versnipperd. Een groot aandeel (28 %) van ons bos ligt op minder dan 20 m van een ander landgebruik.



3 Eigenaarscategorie



Onderstaande tabellen tonen de resultaten van de berekening van de bosoppervlakte privé- en openbaar bos.

Bron eigenaarscategorie

  • VBI1 : bos : kadastergegevens per jaar 1997, 1998, 1999, niet-bos : kadastergegevens 2012
  • VBI2 : periode 2009-2015 : kadastergegevens 2012; 2016-2018 : kadastergegevens 2019

3.1 Aandeel per eigenaarscategorie



Het aandeel openbare boseigendommen in Vlaanderen bedraagt ongeveer 40 % en blijft constant in de tijd. De overige 60% zijn eigendom van private eigenaars.



3.2 Bosoppervlakte per eigenaarscategorie



Voor het volledige bosareaal wisselden ongeveer 1700 ha van eigenaarscategorie.



4 Per provincie



4.1 Aandeel per provincie



In de provincies Antwerpen en Limburg lijkt er een kleine daling van de gemiddelde bosindex te zijn. In de andere provincies lijkt er een zeer kleine stijging te zijn.

Voor alle provincies overlappen de betrouwbaarheidsintervallen. Zeker is dat geen enkele provincie een grote toename of grote afname van de bosoppervlakte onderging.






4.2 Bosoppervlakte per provincie





5 Mengingsvorm





De mengingsvorm van een bestand wordt per meetpunt bepaald op basis van het gemeten grondvlak en de karakteristieken van de boomsoorten in de desbetreffende plot. Voor bestanden jonger dan 20 jaar wordt gerekend met stamtal in plaats van met grondvlak.

  • Homogene bestanden: één boomsoort neemt minstens 80% van het bestandsgrondvlak in.
  • Inheems gemengde bestanden: bestanden waar minstens twee inheemse boomsoorten samen 90% of meer van het grondvlak van het bestand innemen. Geen van de boomsoorten afzonderlijk neemt meer dan 80% van het grondvlak in.

  • Bestanden gedomineerd door uitheemse boomsoorten: bestanden waar uitheems boomsoorten minstens 50% van het grondvlak innemen.


Onderstaande tabel en figuur tonen de gemiddelden op basis van zowel metingen uit de eerste bosinventaris (1997-1999), de tweede bosinventaris (2009-2018) als het voortschrijdend gemiddelde berekend aan de hand van de meest recente metingen, uitgevoerd in de periode 2012-2021.

De omvorming van homogene bestanden is duidelijk ingezet. Het aandeel homogene bestanden is tussen de eerste en de tweede bosinventarisatie gedaald van gemiddeld 54.9 % naar gemiddeld 41.6 %. Deze daling wordt bevestigd door de opmetingen van de voorbije tien jaar (41.4 %). In grootte-ordes zijn sinds 2000 ruim 18900 ha homogene bossen omgevormd, met een grotere soortenrijkdom en bestandsstructuur als gevolg.








7 Downloads

PerMengingsvorm.csv

PerEigenaarsCat.csv

PerProvincie.csv