Gravelbikers, je hebt ze in alle soorten en maten
Nick Schuermans werkt halftijds aan de VUB als geograaf en halftijds als parcoursbouwer voor gravelevenementen en -routes. Hij heeft het peloton van de gravelbikers de laatste jaren dan in ook in sneltempo zien groeien, en dat zijn zeker niet allemaal snelheidsduivels. Nick detecteerde verschillende ondersoorten, zoals kermiscoureurs en wielertrappisten, maar zelf is hij een fietswandelaar, liefst in mooie natuur. Op zijn gravelbike uiteraard. We laten het hem in deze blog zelf uitleggen, want dat kan hij goed;-)
"Je kent ze ondertussen wel. Met kromgebogen sturen en brede banden trappen gravelbikers door bos en veld. Wie wel eens de sportpagina’s van een krant openslaat, zal misschien denken dat het in deze nieuwe fietsdiscipline vooral om snelheid gaat. Op het EK in Leuven zagen we Jasper Stuyven door het Meerdaalwoud flitsen met in z’n zog een motor met televisiecamera. Het afgelopen BK gravel in Turnhout werd afgelegd aan een gemiddelde van bijna veertig kilometer per uur! Toch is het belangrijk om in te zien dat gravelbikers uit verschillende ondersoorten bestaan. Ik woon in Antwerpen. Als ik denk aan de fietsers die met een gravelbike de bossen rond de stad verkennen, dan zie ik niet alleen kermiscoureurs, maar ook materiaalmaniakken, fietsfotografen, zondagsrijders en wielertrappisten.
Traagheid, openheid en nieuwsgierigheid
Ik reken mezelf tot de categorie van de fietswandelaars. M’n gravelbike is niet zozeer een middel om zo snel mogelijk van A naar B te geraken, maar om onderweg de rest van het alfabet te verkennen. Gravelbiken draait voor mij niet om een hoog gemiddelde, maar om traagheid, openheid en nieuwsgierigheid. Ik stop voor een solitaire boom, een praatje met een voorbijganger of een mooie kromming in het grind. Ik rem ook voor dieren.
Als gediplomeerd geograaf helpt de gravelbike me om een streek op een intense manier te exploreren. Terwijl ik op technische mountainbikepaadjes vooral oog moet hebben voor wortels en stenen, laat een gravelparcours me toe om het landschap volledig in me op te nemen. Ik kom op plaatsen waar je met dunne koersfietsbandjes nooit zou komen. Ik kan ook veel meer kilometers op een dag afleggen dan de gemiddelde wandelaar.
Hoffelijkheid gespot!
We leven in een dichtbevolkt land. Een van de grote voordelen van de gravelbike is dat je amper nog auto’s tegenkomt. Lintbebouwing zorgt er dikwijls voor dat je elke tien meter – bij elke oprit dus – een potentieel levensgevaarlijke situatie hebt. Eens je het asfalt verlaat, neemt de verkeersveiligheid exponentieel toe.
Uiteraard lopen in bos en hei wel andere recreanten rond. Met m’n fietsbel waarschuw ik die dat ik eraan kom. Ik zeg ook nog een goedendag, bonjour of salam alaikum als ik passeer. Ik spendeer elke week een paar uren met de fiets in het bos. Slechthorenden en lopers met koptelefoons durven al eens verschieten als ik ze inhaal. Niet-aangelijnde honden draven ook wel eens een eindje mee. Maar echte conflicten heb ik nog nooit meegemaakt.
Als parcoursbouwer voor gravelroutes en -evenementen merk ik wel dat de toegankelijkheidsreglementen van sommige bossen strenger worden. Hier en daar worden paden afgesloten voor rijwielridders. Ik kan perfect begrijpen dat niet overal de rode loper wordt uitgerold voor fietsers. Dat ene pad op die populaire wandelroute kan ik inderdaad best vermijden. De broedplaats van de visarend verdient rust. Een kwetsbaar stukje moeras is niet gebaat bij diepe bandensporen. Anderzijds zie ik ook nieuwe toegankelijkheidsreglementen voorbijkomen waar geel-zwart de dominante kleur is. Dat zegt niets over de politieke voorkeuren van de boswachters, wel over de overtuiging dat paden perfect gedeeld kunnen worden tussen wandelaars en fietsers.
Vlaanderen is zo lelijk nog niet ;-)
Fietsen in de natuur is belangrijk voor m’n fysieke conditie en m’n mentale gezondheid. Ik kan ’s morgens droef of slechtgezind vertrekken en ’s middags als een gelukkig mens thuiskomen. Er is niet veel mooier dan met een paar vrienden het bos in te trekken op de fiets en samen te genieten van de omgeving.
Mensen die hun zetel niet uitkomen durven weleens stellen dat we in een lelijk land leven. Wie Vlaanderen op de fiets doorkruist, staat Pfaff van de pracht en praal van onze natuur. Of je nu trapt door de Hoge of de Lage Kempen, langs het Zwin of het Zoniënwoud: Vlaanderen is prachtig vanop de gravelbike. Het is een privilege om te fietsen door de bossen. Ik kan enkel hopen dat nieuwe generaties gravelbikers van dat voorrecht kunnen blijven genieten."
Meer info op www.deparcoursbouwer.cc