Vooroorlogse situatie

Waarschuwingsbericht

The subscription service is currently unavailable. Please try again later.

Vooroorlogse situatie

Het gebied ten zuidoosten van het Polygoonbos, aan de vallei van de Polygonebeek, onderging net als de rest van de omgeving vanaf eind 18de eeuw grondige verandering. Tot dan maakte het deel uit van de Passchendaele Velden, een uitgestrekt veldgebied op de hoogtes tussen Zonnebeke, Zillebeke, Beselare, Zandvoorde en Geluveld. Het gebied was honderden hectaren groot en bestond uit een brede waaier vegetatietypes: meerdere vormen van heide- en graslanden, moeras en veldbos waarvan de begroeiing voornamelijk bestond uit een ijl boombestand en kreupelhout. Met de Franse Revolutie kwam een einde aan deze situatie. De gronden, die voorheen de Augustijnenabdij van Zonnebeke en de Markies van Beselare toebehoorden, werden geconfisqueerd en openbaar verkocht.

Terwijl het Polygoonbos in handen van de staat zou blijven, geraakten de omliggende terreinen verkocht en begon een intensieve exploitatie van de veldgebieden. Oorzaken waren een veranderende maatschappij, moderne technieken en inzichten en een groeiende bevolking, wat een grotere nood aan landbouwgrond met zich meebracht. Om de ontginning te bevorderen werden dreven aangelegd en hoeves gebouwd vanwaar de exploitatie van het terrein werd uitgevoerd. Ten noorden en westen van het Polygoonbos was reeds tegen midden 19de eeuw het gros van het terrein omgezet tot akker en weiland. De percelen werden omzoomd door talrijke levende afsluitingen, wat het landschap een dicht en onoverzichtelijk karakter gaf. Het gebied had vanaf die periode een uitgesproken agrarisch karakter, ook al kwamen er nog enkele aanzienlijke productiebossen voor. Ook ten zuiden van het Polygoonbos zijn omtrent deze periode de ontginning ver gevorderd, al was een groot deel in gebruik genomen om het Polderhoekkasteel met bijhorend kasteeldomein aan te leggen.

Het oostelijk deel, de omgeving van de vallei van de Polygonebeek en haar zijstromen, was tegen midden 19de eeuw eveneens in ontginning genomen, maar bleef lange tijd sterk bebost. De meeste percelen waren bezet met productiebos; slechts enkele hectare langs de Oude Kortrijkstraat, tussen de Amontdreef en de beek, waren in gebruik als landbouwgrond. Dat is het zuidelijk deel van het terrein waar vandaag het Vredesbos wordt geplant. Op de topografische kaart van 1884 verschijnt een landbouwuitbating in deze ontgonnen percelen, iets ten oosten van de huidige hoeve De Polygone Vallei. Die situatie bleef vrij onveranderlijk tot begin 20ste eeuw. Een aantal loten, voorheen beplant met naaldhout, werden dan omgezet in akkers en weilanden. Ongeveer op de plek waar vandaag de herdenkingssite met monument van het Vredesbos zal worden opgericht, verscheen met deze ontwikkeling een tweede hoeve. De hoeve moet slechts enkele jaren voor de Eerste Wereldoorlog zijn gebouwd.

In 1914 was bijgevolg het grootste deel van het terrein dat vandaag wordt ingenomen door het Vredesbos akker en weiland. De laagste delen van de vallei van de Polygonebeek waren beplant met productiebos, vooral naaldhout en er bevinden zich twee landbouwuitbatingen. Toch had de omgeving een zeer groene indruk, een dicht en onoverzichtelijk landschap. Dat komt naast de aanwezigheid van heel wat productiebossen door de talrijke groene afsluitingen en dreven die het landschap typeren.