Nationaal Park Bosland
Regio
Limburg

Wilde natuur in Nationaal Park Bosland

Traditioneel wordt in Vlaanderen aan klassiek, intensief natuurbeheer gedaan, zoals bossen kappen en aanplanten, heide plaggen, enz. In Nationaal Park Bosland krijgt de natuur opnieuw zelf het stuur in handen. Op meer dan 500 hectare mag ze helemaal haar eigen gang gaan: wind, water, planten en dieren bepalen er samen het ritme en vormen het landschap. Deze zogenaamde wilde natuur of procesnatuur groeit, verandert en herstelt zichzelf – zonder dat de mens voortdurend ingrijpt. Op termijn zullen deze natuurlijke processen positief bijdragen aan biodiversiteit, ecosysteemdiensten en klimaatrobuustheid.

Om die natuurlijke dynamiek te versterken, krijgen ook grote grazers een prominente plek in Bosland. Europese bizons en wilde paarden zorgen er voor meer variatie, structuur en leven in het landschap. Zo creëren zij open plekken in dichte vegetatie, houden de heide open en bloemrijk, en verspreiden zaden en planten via hun mest en vacht. Op die manier creëren zij nieuwe kansen voor tal van dieren en planten.

De grote grazers komen te staan in een rustgebied dat niet vrij toegankelijk is. Enkel onder begeleiding van een gids kunnen bezoekers dit uitzonderlijke stukje Vlaamse wildernis beleven – met respect voor de natuur en haar nieuwe bewoners.

De voorbereidingen starten in 2026, met de plaatsing van een raster rond het gebied. In de zomer van 2027 verwachten we de eerste grote grazers, die alle tijd krijgen om te wennen aan hun nieuwe leefgebied. De eerstvolgende jaren zullen nog inleidende werken uitgevoerd worden, zoals het aanplanten van jonge loofbomen en het creëren van voldoende drinkplaatsen, om vervolgens de natuur geleidelijk haar eigen gang te laten gaan.

Nationaal Park Bosland wordt hiermee een uniek groot project voor wilde natuur in Vlaanderen. In nauwe samenwerking met het Wereld Natuur Fonds (WWF België) en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) wordt het gebied stap voor stap omgevormd tot een plek waar de natuur zichzelf mag zijn.

Lees het persbericht >

Toekomstbeeld
Logo's
Logo's B4B

Natuurlijke begrazing: de sleutel tot een levend landschap in Nationaal Park Bosland.

NP Bosland is een groot, groen hart in Vlaanderen. Maar door eeuwen van houtkap, landbouw en vast beheer is de natuur haar natuurlijke ritme deels kwijtgeraakt. Vroeger zorgden wind, water en grote grazers samen voor een levend landschap vol variatie. Vandaag willen we dat ritme terugbrengen - met procesnatuur als leidraad.

Wat is procesnatuur?

Procesnatuur betekent dat we de natuur weer zelf het werk laten doen.
In plaats van alles strikt in handen te houden (maaien, kappen, planten), geven we de natuurlijke krachten zelf opnieuw de ruimte: water dat mag stromen, bomen die vanzelf verjongen, zand van (land)duinen dat mag verstuiven, en grazers die het landschap openhouden. Zo ontstaat stap voor stap een zelfsturend landschap, waarin bos, heide, graslanden en moerassen elkaar afwisselen.

Beheerders volgen de ontwikkeling, maar grijpen alleen in als dat echt nodig is. De natuur wordt weer een levend systeem dat zichzelf onderhoudt en zo een positieve impact heeft op biodiversiteit, ecosysteemdiensten en klimaatrobuustheid.

Waarom procesnatuur in NP Bosland?

Nationaal Park Bosland is uniek in Vlaanderen. Het is een van de weinige plekken in Vlaanderen waar een compleet voedselweb voorkomt: van aaseters zoals raaf en kevers, kleine grazers zoals ree, predatoren zoals raaf, oehoe en wolf, en alleseters zoals everzwijn.

Toch ontbreekt er nog één belangrijke schakel in onze ‘Wildernis van morgen’: de grote grazers. Zij vormen niet alleen een verbindende schakel in de voedselketen, maar helpen ook het landschap zichzelf te beheren.

De kracht van de Europese bizon

De Europese bizon, is een indrukwekkende maar rustige bosbewoner. Anders dan runderen en paarden eet de wisent óók veel houtige vegetatie. Hij zorgt voor open plekken in dicht struikgewas, schilt bomen, creëert steeds nieuwe zandbaden, en maakt zo ruimte voor jonge bomen en kruiden. Zijn aanwezigheid brengt opnieuw structuur en leven in het bos. Nationaal Park Bosland biedt precies het soort halfopen landschap waarin de Europese bizon zich thuis voelt.

De rol van het paard

Het wilde paard, zoals de konik of exmoor, is onmisbaar op de schrale zandgronden van NP Bosland. Paarden eten taai gras en houden zo de heide open en bloemrijk. Met hun hoeven maken ze zandbaden en paadjes waar pionierplanten, bijen en vlinders van profiteren.
Ze vullen de Europese bizons perfect aan: waar de Europese bizon regelmatig in het bos werkt en de grovere vegetaties aanpakt, werkt het paard nauwkeurig af tot een mooie variatie van open en gesloten vlaktes.

Samen sterk voor een levend landschap

Zonder grazers groeit de natuur langzaam dicht en verdwijnen de bloemen, insecten en vogels die van openheid en variatie houden. Hun aanwezigheid brengt natuurlijke dynamiek op gang: hun mest voedt insecten en bodemleven, hun graasgedrag zorgt voor afwisseling in de vegetatie, en hun bewegingen creëren open plekken en variatie in het landschap.

Dankzij die processen ontstaat een levendige mozaïek van graslanden, struiken en jonge bosjes. Zo dragen grote grazers bij aan een rijk leefgebied voor soorten die houden van afwisselende landschappen, zoals de nachtzwaluw, boomleeuwerik, gladde slang, levendbarende hagedis en vele zandminnende insecten.

De komst van paard en Europese bizon is dus een natuurlijke stap in het herstel en de ontwikkeling van NP Bosland. Ze brengen variatie, beweging en balans terug - precies wat nodig is voor een gezond, veerkrachtig en levend landschap.

Waarom grote grazers / Europese bizon introduceren?

Ecologische voordelen

  • Sleutelsoort: De Europese bizon is een megaherbivoor die een unieke rol speelt in ecosystemen. Door te grazen, schillen, schuren en zandbaden te nemen, creëren ze open plekken en variatie in vegetatiestructuur.
  • Biodiversiteit: Europese bizons bevorderen de biodiversiteit. Ze helpen bij het openhouden van graslanden en bossen, verspreiden zaden via hun vacht, en creëren leefgebieden voor insecten, vogels en andere dieren.
  • Natuurlijke processen: Ze dragen bij aan natuurlijke successie en verstuiving, wat belangrijk is voor duin- en heidegebieden.

Soortbehoud

  • Bedreigde soort: De Europese bizon is een kwetsbare soort op de IUCN Rode Lijst. Het inzetten van Europese bizon in NP Bosland draagt bij aan het genetisch herstel en de overleving van de soort in Europa.
  • Internationale bijdrage: op termijn kan Nationaal Park Bosland dieren uitwisselen met andere Europese begrazingsprojecten met Europese bizon en zo bijdragen aan een gunstige toekomst voor de soort.

Educatie en beleving

  • Publiekstrekker: Europese bizons zijn imposante en mysterieuze dieren die mensen aanspreken. Ze maken natuurgebieden aantrekkelijker voor bezoekers.
  • Natuurbeleving: Ze bieden een unieke kans om wilde dieren van dichtbij te ervaren, wat bijdraagt aan bewustwording en waardering voor natuur, uiteraard met respect voor de dieren en de natuur in het algemeen.

Economische kansen

  • Ecotoerisme: De aanwezigheid van Europese bizons stimuleert toerisme en lokale economieën, o.a. via het aanbieden van wildsafari’s.
  • Wildlife economy: Rewildingprojecten creëren banen en inkomsten via gidsen, lodges, streekproducten en educatie.

Wetenschappelijk project

  • Samenwerking met INBO, WWF en VITO via Selina-project
  • Opvolging Erasmus+ Process-Oriented Nature Concervation (PONC)
  • NP Bosland, geleid door BosLAB, wordt een levend laboratorium met monitoring van begrazing, bodem, water en vegetatie op, hoe processen elkaar beïnvloeden, mogelijke gevolgen CO² captatie en biodiversiteit
  • Pilootproject voor procesbeheer vs klassiek beheer en nulbeheer in droge natuurcontext

In het kader van een Europees Erasmus+ project 'Process Oriented Nature Conservation' (PONC) werkten Natuurinvest en het Agentschap voor Natuur en Bos gedurende enkele jaren samen met Zweedse, Nederlandse en Roemeense partners om kennis op te bouwen en ervaringen te delen rond procesgestuurde natuurbeschermingsconcepten en -oplossingen voor gebieden in Europa. Dat gebeurde in Vlaanderen aan de hand van twee cases, namelijk het Sigmaplan in het Scheldegetijdengebied en Bosland.

Meer info >

Veelgestelde vragen over de grote grazers in NP Bosland

1. Is de Europese bizon gevaarlijk?

De Europese bizon is een rustig en behoorlijk schuw dier, en kan tot op ongeveer 100 meter benaderd worden. Als men dichterbij komt, dan kiest de Europese bizon ervoor om weg te stappen. In andere gebieden in Europa, waar soms duizenden personen per jaar de bizons bezoeken, zijn geen incidenten bekend, zolang de minimale afstand wordt gerespecteerd.

2. Is de introductie van de Europese bizon gevaarlijk voor landbouw of runderen?

De Europese bizons leven in een afgesloten natuurgebied, op een grote afstand van bestaande landbouwbedrijven en komen dus niet in contact met gehouden runderen. Er is nauw contact met het Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) die stelt dat de dieren aan bepaalde gezondheidsverplichtingen moeten voldoen. Ook als de dieren toekomen, worden ze uitgebreid getest op eventuele ziektes. En als de bizons in het gebied lopen, wordt hun gezondheid continue opgevolgd. Er is dus geen risico voor landbouw of vee in de omgeving.

3. Worden de dieren gemonitord i.v.m. ziektes?

Er wordt een gezondheidsplan opgesteld dat voldoet aan de wettelijke verplichtingen binnen de Europese en Belgische diergezondheidswet. Zo moeten de dieren individueel identificeerbaar zijn en moet er structureel gecontroleerd worden op bepaalde dierziektes (zoals Brucellose, IBR en BVD). De dieren worden daarom nauwlettend in het oog gehouden door de kuddebeheerder, die hun gezondheid en gedrag opvolgt.

Vooraleer nieuwe dieren het gebied betreden, worden zij uitgebreid gecontroleerd en dienen zij enkele weken afgezonderd te zijn in quarantaine. Dankzij de lage dichtheid en het natuurlijke gedrag van de dieren blijven de kuddes doorgaans kerngezond. Bij twijfel of bij opvallend gedrag wordt steeds een dierenarts geraadpleegd. Hiervoor was er overleg met FAVV.

4. Wat gebeurt er als een dier sterft?

In de natuur hoort sterfte erbij. Doorgaans worden kadavers uit natuurgebieden gehaald en naar een verwerkingsbedrijf gebracht. Echter is het een belangrijk onderdeel van de voedselkringloop. Mineralen van kadavers komen terug beschikbaar en blijven in de cyclus terecht. Bovendien doen heel wat aaseters, gaande van everzwijn en raven tot kleine aaskevers, zich te goed aan de overblijfselen. Bijkomend voordeel is dat de bodem niet wordt verstoord door grote machines die de kadavers moeten komen ophalen.

Wanneer een dier sterft, wordt dit wel steeds goed opgevolgd door de beheerder. Als de grazers zijn gestorven ten gevolge van een dierziekte die ook impact kan hebben op de andere dieren of de omgeving, dan zal deze verwijderd worden. Indien niet, dan blijft het kadaver bij voorkeur onderdeel van de natuur. Dit wordt samen bekeken met OVAM en FAVV.

5. Hoeveel Europese bizons en paarden komen er naar het Nationaal Park Bosland?

Op basis van een studie die is gedaan naar de potenties van het gebied, zal er gestart worden met een 5-tal Europese bizons en 10-tal paarden. Echter zal dit aantal afhankelijk zijn van andere Europese partners die surplus dieren ter beschikking hebben. Doorheen de tijd wordt het gebied goed gemonitord en zal duidelijk worden of er meer of minder dieren nodig zijn. Wellicht zal de kudde in de eerste jaren nog groeien bv. door het inbrengen van nieuwe dieren en/of door kalfjes die geboren worden. Indien noodzakelijk voor een gezonde populatie zonder inteelt zullen op termijn dieren worden verplaatst of worden toegevoegd aan de kudde. Als nieuwe dieren komen, gaan ze eerst een tijdje naar een kleiner wengebied. Als de dieren aan elkaar en aan het gebied gewend zijn, worden ze toegelaten tot het leefgebied van meer dan 500 hectare.

6. Waarom er geen wolfwerende omheining komt – en het toch veilig is

We begrijpen dat er ongerustheid leeft over wolven, zeker na de recente aanvallen op pony’s en andere gehouden dieren in de regio. Die gebeurtenissen raken mensen terecht diep, maar de situatie in dit project is fundamenteel anders. De kuddes die hier leven zijn geen huisdieren, maar natuurlijke groepen van grote grazers die opgroeien in het wild en zich gedragen als een samenhangende eenheid.

1. Natuurlijke kuddes kunnen zichzelf verdedigen
Wolven zijn jagers die risico’s vermijden. Bij wilde prooien zullen zij reeën, jonge everzwijnen en hazen verkiezen boven een volwassen everzwijn dat hun kan verwonden. Hetzelfde geldt bij gehouden dieren waar de voorkeur ligt bij schapen en geiten. Volwassen paarden worden niet snel aangevallen, en als dit toch gebeurt, zal het eerder gaan over oude, gekwetste en/of alleenstaande dieren die minder risico op kwetsuren geven.

De paarden en Europese bizons in Nationaal Park Bosland leven daarentegen in hechte, sociale kuddes. Wanneer er gevaar dreigt, vormen ze een beschermende kring rond hun jongen, reageren alert en verdedigen zich gezamenlijk. Uit ervaring in andere Europese gebieden (zoals de Veluwe en de Eifel) blijkt dat wolven nauwelijks succesvolle aanvallen doen op gezonde, natuurlijke kuddes van grote grazers.

Er zal bij het selecteren van de dieren dan ook gekeken worden of zij zijn opgegroeid in een gebied waar wolf voorkomt, zodat hun verdedigingsinstinct reeds is geactiveerd. Een volwassen Europese bizon kan tot 800 kilo wegen en is een indrukwekkende tegenstander. De paarden uit de kudde die gekozen wordt, zijn snel, alert en gewend om als groep te reageren. Hun gedrag, grootte en samenhang maken dat wolven deze dieren niet als aantrekkelijke prooi zien. Ze beschikken ook over een terrein van ruim 500ha om zich vrij te bewegen, en zijn aldus veel minder makkelijk te pakken. Voor een wolf betekent zo’n kudde een hoog risico en weinig winst.

2. Het raster houdt de grazers binnen, maar laat de natuur open
Het begrazingsgebied in Bosland beslaat ongeveer 500 hectare en wordt omgeven door een degelijke omheining. De omheining bestaat uit elektrische draden met voldoende stroom erop. Die dient om de Europese bizons en paarden binnen het gebied te houden, zodat ze niet op landbouwgronden of wegen terechtkomen.

Het raster is niet wolfwerend - wolven kunnen het gebied vrij betreden en maken zo belangrijk deel uit van het natuurlijke ecosysteem. De aanwezigheid van wolf zorgt dat bepaalde plekken meer of minder begraasd worden en zorgen zo voor een meer dynamischer landschap. Als de wolf uiteindelijk toch zou slagen in een aanval op een paard of Europese bizon, dan wordt dit gezien als onderdeel van het ecosysteem. 

In vergelijkbare gebieden, zoals het Kraansvlak in Nederland, blijkt dat dergelijke afrasteringen geen merkbare impact hebben op de bewegingen van inheemse fauna. 
Het is dus een bewuste keuze: het gebied moet open blijven voor wilde dieren, zodat natuurlijke processen zoals predatie, migratie en voedselketens opnieuw kunnen functioneren. Een wolfwerend raster zou die natuurlijke dynamiek verstoren en opnieuw beperken.

3. Veiligheid blijft gegarandeerd
De omheining zorgt ervoor dat de grote grazers binnen hun leefgebied blijven. Het gebied zelf is een rustige leefruimte voor de dieren, en bezoekers kunnen het enkel onder begeleiding van ervaren gidsen of beheerders betreden. Zo blijven mens en dier op veilige afstand, en kunnen bezoekers de kuddes op een respectvolle en unieke manier beleven. De dieren worden geregeld gecontroleerd door beheerders, die de situatie op het terrein opvolgen. De combinatie van alert kuddegedrag, voldoende wild voor de wolf en professioneel toezicht maakt de situatie veilig voor mens én dier.

7. Wat we anders doen dan in bv. de Oostvaardersplassen

Uitdagingen in de Oostvaardersplassen:

  • Grote grazers zaten opgesloten in een te klein gebied zonder mogelijkheid om te migreren
  • Geen roofdieren en geen plan voor populatiebeheer - strikte "niet-ingrijpen" filosofi
  • Snelle aangroei van kudde
  • Harde winters leidden tot massale sterfte en maatschappelijke onrust
  • Te weinig communicatie met de omgeving en onvoldoende aandacht voor dierenwelzijn

Hoe we procesnatuur nu aanpakken:

  1. Groter gebied - kleine kudde - we starten met een 5 tal Europese bizons en 10tal paarden in een gebied van meer dan 500ha. Dit aantal is laag, waardoor geleidelijk aan de effecten van de grazers kan ingeschat worden.
  2. Actief monitoren en bijsturen - we houden populaties in de gaten en grijpen in wanneer nodig, geen rigide "laat maar gaan" aanpak. Dit zal gebeuren door de vegetatie en bepaalde soorten te monitoren. Als blijkt dat het gebied teveel verbost, dan worden er dieren bijgeplaatst. Omgekeerd geldt dat als de impact op de omgeving te groot is, dat het aantal dieren wordt verlaagd.
  3. Duidelijke welzijnsgrenzen - van tevoren afspreken wanneer en hoe we ingrijpen bij voedselschaarste of extreme omstandigheden. We gaan ervan uit dat de dieren zelfredzaam zijn, maar als zich extreme weersomstandigheden voordoen die een grote impact hebben op de dieren, zal ingegrepen worden (bv. door hooi aan te bieden). Het is alleszins niet de bedoeling om dieren te laten sterven van de honger.
  4. Realistische doelstellingen - erkennen dat beheerde natuur in een drukbevolkt Vlaanderen andere keuzes vraagt dan volledige wildernis. We willen in dit gebied de natuur maximaal laten verwilderen, maar blijven als beheerder verantwoordelijk voor de dieren.
  5. Bredere doelen - natuurlijke processen combineren met recreatie, educatie, wetenschappelijk onderzoek en natuurbeleving

Kortom: Procesnatuur werkt wanneer we natuurlijke dynamiek combineren met zorgvuldig beheer, blijven leren van wat we zien, en eerlijk zijn over de keuzes die we maken.

8. Worden wolven zo aangemoedigd om paard te eten?

De grote grazers die we introduceren zijn geen voer voor wolven, en ze worden ook niet gebruikt om wolven te “leren jagen”. Wolven zijn wilde dieren die zélf hun prooien kiezen. In Nationaal Park Bosland zijn er voldoende natuurlijke prooidieren, zoals ree en everzwijn - dat is hun voorkeursvoedsel.

De grote grazers (zoals Europese bizon, runderen en paarden) leven bovendien in hechte kuddes die zich goed kunnen verdedigen. Ze beschermen hun jongen, blijven dicht bij elkaar en houden roofdieren op afstand. In dit project beschikken de dieren bovendien over meer dan 500 ha ruw bos met ongelijk terrein, wat een andere situatie is dan een open weide. Uit ervaring in andere Europese gebieden weten we dat wolven nauwelijks aanvallen doen op gezonde, natuurlijk samengestelde kuddes van grote grazers. 

Het doel van dit project is net het tegenovergestelde van wat misschien gedacht wordt: door de natuur robuuster te maken, zullen er zich meer natuurlijke prooidieren thuis voelen en vermindert zo de kans op aanvallen buiten het natuurgebied.

9. Wat als een dier ontsnapt?

Dat is heel onwaarschijnlijk, maar we zijn er wél goed op voorbereid. De begrazingsgebieden zijn zorgvuldig omrasterd, met stevige afrastering en regelmatige controles door de terreinbeheerders.

Mocht er toch een dier buiten het gebied raken (bv. doordat een boom op de omheining is gevallen), dan treedt een duidelijk noodplan in werking:

  • De dieren worden snel gelokaliseerd door de beheerders of via hun zender (indien aanwezig).
  • Een gespecialiseerd team begeleidt het dier veilig terug het gebied in. De oorzaak van de ontsnapping wordt onderzocht, zodat het niet opnieuw kan gebeuren.

De veiligheid van mensen, dieren en verkeer staat altijd voorop.

Op deze pagina