/sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/wandelaars_5.jpg||wandelaars © Tom Linster /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/appelvink_marc_de_vos.jpg|appelvink|appelvink © Marc de Vos /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/vilda_55970_gewone_eikvaren_lars_soerink_a2_37440.jpg|gewone eikvaren|gewone eikvaren © Lars Soerink /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/zwarte_specht_marc_de_vos.jpg|zwarte specht|zwarte specht © Marc de Vos

Dit bosreservaat vormt slechts een deel van een veel groter boscomplex tussen de vallei van de Gulp en het plateau. Het merendeel van Teuvenderberg bestaat uit privébos en strekt zich uit over de taal- en landsgrens heen. Het bosreservaat zelf omvat historische, inheemse loofhoutbestanden. Behalve in enkele specifieke zones mag de natuur hier haar gang gaan en worden er praktisch geen beheeringrepen meer uitgevoerd.

Troeven
  • woonplaats van de das
  • holle wegen
  • grote verscheidenheid aan boomsoorten
  • ideaal wandelgebied

Oerbos

De bossen die je in de gehele omgeving tegenkomt, zijn allemaal beïnvloedt geweest door de mens. Vroeger was het meest gangbare bosbeheer in deze streek het “middelhout”. Daarbij werden hier en daar dikke bomen gespaard om uiteindelijk te dienen als constructiehout. De overige struiken en bomen werden periodiek afgezaagd voor gerief- of brandhout. Hoewel die beheervorm een zeer waardevolle en specifieke voorjaarsflora kan opleveren, is hij tegenwoordig economisch niet meer haalbaar op grote schaal. Daarom dat er hier wordt gekozen voor de natuurlijke processen en een ontwikkeling tot oerbos.

Bijzondere bewoners: das, levendbarende hagedis en appelvink

Veel dieren maken zowel gebruik van het bos als van de open biotopen. Ze zoeken overdag dikwijls bescherming in het bos, terwijl ze 's nachts in graslanden en akkers op zoek gaan naar voedsel. Een goed voorbeeld daarvan is de das. Hij maakt diepe holen in begroeide taluds. Die “burchten” bestaan uit verschillende toegangen en pijpen en een dassenfamilie kan ze wel honderd jaar of langer gebruiken. Naast een hoofdburcht, graaft de das ook kleinere bijburchten, dichter bij de voedselgronden, als een soort van buitenverblijf.

Tijdens je wandeling passeer je een kapvlakte waar vroeger fijnsparren stonden, beter gekend als “kerstdennen”. Een deel van het terrein mag spontaan verbossen tot een gemengd bos van inheemse soorten. Een ander deel wordt door Natuur en Bos open gehouden om er een heidevegetatie te laten ontwikkelen. In deze streek verwacht je geen heide, maar die bijzondere levensgemeenschap groeit wel degelijk op de met silex (vuursteen) bezaaide koppen van de heuvels. De grond is er namelijk voedselarm en zuur. Zo'n open biotoop verhoogt de diversiteit van het gebied en bepaalde soorten profiteren van de zonnige plekjes, zoals de levendbarende hagedis. Zoals de naam al aangeeft, is dat reptiel levendbarend: het legt geen eieren, maar broedt ze al uit in het moederlichaam.

De loofbossen in de Voerstreek zijn zeer divers qua boomsoortensamenstelling. Je vindt hier tientallen boomsoorten door elkaar. De boskers of zoete kers is de wilde vorm van de welgekende kersenboom. Van die boomsoort stammen alle kersenvariëteiten af. Voor ons is het vruchtvlees het lekkerste deel van de kers, maar er is één vogelsoort die het juist gemunt heeft op de pit: de appelvink. Met zijn sterke bek bijt hij de pit stuk om de kern ervan op te eten.

Holle wegen

Wandel je door Teuvenderberg dan kom je zogenaamde holle wegen tegen. Deze wegen zijn uitgesleten door eeuwenlang gebruik te voet of met paard en kar. Hierdoor ligt het wegdek nu lager dan het omliggende land. Je treft ze niet alleen in bossen aan, maar ook in het cultuurlandschap. Naast een cultuurhistorische waarde hebben ze ook een belangrijke natuurwaarde. Door de verzonken ligging heerst er in holle wegen een microklimaat. Daar hebben specifieke dier- en plantensoorten het juist extra naar hun zin. Zo vindt bijvoorbeeld de gewone eikvaren beschutting in deze holle weg. Varens produceren geen echte zaden, maar planten zich voort door middel van “sporen”.

Binnen dit bosreservaat streeft het Agentschap naar inheems en autochtoon loofhout. Onder “inheems” wordt verstaan dat die struiken en bomen hier van nature zouden kunnen voorkomen, zonder hulp van de mens. Het begrip “autochtoon” gaat nog een stapje verder: zelfs binnen één soort komen verschillen voor, afhankelijk van de geografische oorsprong. De plant heeft zich in de loop van de tijd aangepast aan een lokaal klimaat en een plaatselijke bodem. Laat het nu juist in bosranden zijn en in holle wegen waar je nog veel van dergelijke autochtone bomen en struiken, dikwijls als hakhoutstronk, kan terugvinden.

/sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/wandelaars_5.jpg||wandelaars © Tom Linster /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/appelvink_marc_de_vos.jpg|appelvink|appelvink © Marc de Vos /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/vilda_55970_gewone_eikvaren_lars_soerink_a2_37440.jpg|gewone eikvaren|gewone eikvaren © Lars Soerink /sites/default/files/anb_natuurgebieden_images/domein__318/zwarte_specht_marc_de_vos.jpg|zwarte specht|zwarte specht © Marc de Vos

Actietips

21

Wandelroute

Wandelroute Teuven bedraagt 6,8 km.

21

Wandelen in de Voerstreek

Het prachtige landschap kan je nu verkennen via het bewegwijzerde wandelnetwerk, goed voor zo'n 125 kilometer stapplezier.

21

Wandelroute

Geniet van de verschillende wandelroutes in de gemeente Voeren.
22

Fietsroutes

Overzicht van alle fietsroutes in de Voerstreek

Bekijk de kaart

Boswachter

Joost Proesmans
Neem contact op >

Downloads

Hoe geraak je er?

Ingang

Gieveldstraat, 3793 Teuven

Met het openbaar vervoer

Stippel je route uit op www.delijn.be, www.belgiantrain.be/nl of via www.googlemaps.be (optie openbaar vervoer aanklikken).