Vogelgriep in Vlaanderen: informatie en richtlijnen
Sinds 2020 houdt het H5-vogelgriepvirus lelijk huis bij wilde vogels in Europa, met als gevolg een grote vogelsterfte in de natuur, ook in Vlaanderen. Naar alle waarschijnlijkheid is het vogelgriepvirus een constante geworden in de wildevogelpopulaties in Europa, waardoor het vogelgrieprisico het hele jaar door aanwezig blijft. We willen dan ook iedereen informeren over de acties en maatregelen die je moet nemen als je een dode of zieke vogel vindt, of als je zelf vogels houdt.
Welke vogels zijn vatbaar voor vogelgriep?
De vogelgriep treft vele vogelsoorten zoals ganzen, eenden en meeuwachtigen maar het virus wordt ook aangetroffen bij roofvogels zoals buizerd, torenvalk en kerkuil. Inmiddels komt het virus voor bij wilde vogels in alle Vlaamse provincies. Vogelgriep is niet alleen besmettelijk voor wilde vogels maar ook voor pluimvee. Op de website van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) vind je de verplichtingen terug die door de federale overheid worden opgelegd voor houders van gedomesticeerde vogels, zowel voor commerciële houderijen als voor de hobbysector.
Wat moet je doen als je een zieke of dode vogel vindt?
Raak de vogel(s) niet aan zonder de juiste bioveiligheidsmaatregelen. Draag steeds wegwerphandschoenen en een mondmasker (liefst een FFP2-mondmasker) bij het manipuleren van kadavers en zieke vogels. Personen met verminderde immuniteit mogen absoluut geen zieke of dode vogels aanraken. Hou ook huisdieren en kinderen op afstand van dode en zieke vogels, en zorg ervoor dat je hond aangelijnd is.
Bel eerst de gratis influenzalijn van het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) op 0800/99777. Daar krijg je verdere instructies om de vogel te laten ophalen voor onderzoek. Bij een dode vogel zal het FAVV beslissen of het kadaver ingezameld moet worden voor onderzoek, afhankelijk van de locatie, soort en tijdstip. FAVV zorgt er in dat geval voor dat een nabij gelegen opvangcentrum voor wilde dieren het kadaver ophaalt voor analyse.
Als het kadaver niet wordt opgehaald door het FAVV, moet de dode of zieke vogel uiteraard ook zo snel mogelijk verwijderd worden.
- Aan de kust werd het speciaal permanentienummer 0465 00 52 31 hiervoor geactiveerd. Dat contactnummer zal in de aangesloten kustgemeenten de ophalingen doen van dode vogels (die niet onderzocht worden) en van zieke vogels.
- Buiten de kustzone bel je de eigenaar van de grond waar je de dode of zieke vogel hebt gevonden. De eigenaar is verplicht om het kadaver onmiddellijk te ruimen volgens de voorziene bioveiligheidsmaatregelen. Ook zieke vogels moeten naar het dichtstbijzijnde Vogelopvangcentrum (VOC) gebracht worden met de nodige aandacht voor bioveiligheid.
Vogelkadavers verwijderen: wie, hoe en waarom?
Alle kadavers die uiteindelijk niet opgehaald worden door het FAVV, moeten door de grondeigenaar of -beheerder verwijderd worden met de nodige bioveiligheidsmaatregelen. Het verwijderen van vogelkadavers is belangrijk om de virale lading in de natuur te verkleinen voor vogels en andere dieren. Er werden immers ook al wilde zoogdieren, zoals vossen, besmet door het eten van zieke en dode vogels. Om de besmettingskans van zoogdieren te verkleinen en verdere virusmutaties van vogelgriep bij zoogdieren te voorkomen, is het dus belangrijk dat vogelkadavers zoveel mogelijk verwijderd worden.
- Ben je een lokaal bestuur? Download de brief met meer info over vogelgriep voor lokale besturen (pdf - 180 KB)
- Ben je een private eigenaar? Als je dode vogels aantreft in jouw tuin of bos, moet je die verwijderen. Gaat het slechts over enkele kadavers , dan kun je ze in een diepe put begraven en goed toedekken met aarde (zonder plastieken zak natuurlijk). Opgelet: de kadavers moeten minimaal met 50 cm aangestampte aarde toegedekt worden zodat ze niet worden opgegraven door wilde dieren. Je kunt de kadavers ook verwijderen via een destructiebedrijf zoals Rendac. Het is verboden om kadavers van dieren mee te geven met het restafval. Het vogelgriepvirus dat de huidige problemen veroorzaakt, kan andere diersoorten (onder wie mensen) besmetten, hoewel dit vrij ongebruikelijk is. Neem daarom steeds de juiste (bioveiligheid)maatregelen bij elke manipulatie van dode of zieke vogels.
- Contacteer je gemeente als je niet wie de eigenaar of beheerder van het terrein is.
Mag je de vogels in je tuin nog voederen?
- Ook al werd het vogelgriepvirus vastgesteld bij in het wild levende vogels in Vlaanderen, je mag tuinvogels blijven voederen via een voedertafel of -silo. Door het aanbieden van voedsel verhoog je natuurlijk wel het risico dat een besmette vogel andere vogels kan besmetten, maar daarnaast help je de vogels met voedsel de koude wintermaanden door.
- Let er wel op dat eventueel gedomesticeerde vogels zoals gehouden kippen, eenden of ganzen niet in contact komen met de voederplaatsen en uitwerpselen die zich rond die voederplaatsen bevinden.
Bioveiligheidsmaatregelen voor wie in aanraking komt met zieke of dode vogels
Vogelgriepvirussen kunnen naast vogels ook zoogdieren zoals de mens besmetten. Er zijn op dit moment echter geen aanwijzingen dat de vogelgriepvirussen die momenteel in de wilde fauna circuleren in België een risico vormen voor de volksgezondheid. Desalniettemin is een occasionele humane besmetting mogelijk bij nauw contact met grote virusdeeltjes (terug te vinden in besmette vogels en hun uitscheidingen). Daarom is het belangrijk dat de juiste bioveiligheidsmaatregelen genomen worden door alle personen die in contact komen met zieke en dode wilde vogels.