Achterste en Wildertse duintjes

De Achterste duintjes en de Wildertse duintjes zijn respectievelijk door de Vlaamse overheid en het gemeentebestuur van Essen aangekocht. Samen vormen ze een boscomplex van bijna 60 hectare en zijn het resultaat van meerdere aanplantingen na de Tweede Wereldoorlog.

Naast de vele zangvogelsoorten kunnen we ook typische bosvogels zoals boomklever, boomkruiper, grote bonte specht, zwarte specht en bosuil aantreffen. Ondanks het veelvuldig recreatief gebruik van het bos is een ontmoeting met ree, vos of boommarter niet uitgesloten. Kikkers en salamanders vinden hun plek in en rond de waterpartijen, terwijl ook vleermuizen zich voeden met insecten boven het wateroppervlak.

Streefdoel van het bosbeheer is een geleidelijke omvorming van de naaldhoutaanplantingen naar inheems loofhout. Door regelmatige dunningen komt er zo meer licht op de bodem en krijgen we inmenging van loofhout onder een scherm van naaldhout. Het bestrijden van exoten zoals Amerikaanse vogelkers kan daarbij nodig zijn om het doel te bereiken.

Je kan hier heerlijk wandelen. De Achterste duintjes zijn volledig opgenomen als vrij toegankelijke zone. Jongeren kunnen hier naar hartenlust ravotten en kampen bouwen. Honden moeten, met uitzondering van de hondenzone, overal steeds aangelijnd zijn.