Luchtbeeld broedeilanden

Broedvogeltelling op eilanden in het Zwin

Boswachter Koen Maréchal uit het Zwin begeleidt jaarlijks de plaatselijke broedvogeltelling. Wil je weten hoe dat verloopt? Lees dan zeker deze blogpost, waarin hij alles aan je uitlegt.

Jaarlijks wordt in de eerste week van juni het aantal broedkoppels op de broedvogeleilanden in de Zwinlagune geteld. Als boswachter mag ik dan de wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek begeleiden.  De aanleg van broedvogeleilanden was een onderdeel van het LIFE+ project “ZTAR” (Zwin Tidal Area Restoration): om de grondbroedende vogels alle rust te gunnen bij het nestelen en grootbrengen van de jongen werd beslist om in de Zwinvlakte drie eilanden aan te leggen, zodat predatoren geen kans krijgen de nesten te verstoren. Tijdens het broedseizoen is het dus van belang dat de waterstand rond de eilanden hoog genoeg blijft. Dat wordt geregeld via een stuw onder de brug die toegang verleent tot de Zwinvlakte.  Na het broedseizoen worden de schotbalken uit de stuw verwijderd, zodat het getij weer vrij spel krijgt.

Op het moment van de telling varen we naar de eilanden en worden nesten, eieren en jongen van de verschillende vogelsoorten geteld. Het is een hele belevenis om – heel voorzichtig van nest tot nest stappend – die telling uit te voeren, terwijl op enkele meter boven onze hoofden de Visdieven, Kokmeeuwen, Zwartkopmeeuwen en Dwergsterns krijsend hun ongenoegen uiten over onze aanwezigheid in hun kraamkamer. De nesten zijn niet veel meer dan een klein kuiltje in het zand, waarin het vrouwtje haar eieren deponeert. Wanneer op het moment van de telling reeds jongen aanwezig zijn in een nest, worden die voorzien van een wetenschappelijke ring, zodat later kan achterhaald worden waar die vogels heenvliegen en hoe hun leven er heeft uitgezien. Uiteraard houden we ons bezoek aan die broedvogeleilanden zo kort mogelijk, zodat er geen sprake is van blijvende verstoring.

De vogels die daar broeden zijn koloniebroeders: ze zoeken een geschikte plaats om, met enkele tientallen tot honderden paartjes samen, op een relatief beperkte oppervlakte te broeden. Die strategie werkt uitstekend: eventuele belagers worden vlugger opgemerkt, en samen slagen de vogels er vaker in om die belagers te verjagen. Het is daarom voor deze koloniebroeders zeer belangrijk dat er niet te veel vegetatie aanwezig is op de eilanden. Dus worden de eilanden net voor het broedseizoen gemaaid. Soms lukt het om de vegetatie met bosmaaier en hooikeerder te verwijderen, soms moeten grotere middelen ingezet worden.

Op deze pagina