Stierkikker gezien?
Bestrijdingsacties of herstel van het natuurlijk evenwicht in bepaalde leefgebieden, zijn echter nutteloos als er tegelijkertijd nieuwe stierkikkers in de natuur terechtkomen. Nieuwe ‘introducties’ verhinderen is altijd beter en goedkoper dan de soort bestrijden. Het is daarom belangrijk om nieuwe locaties met Amerikaanse stierkikker direct aan te pakken. Heb je een Amerikaanse stierkikker gezien of gehoord? Geef het dan door op www.waarnemingen.be.
Je kan de stierkikker vrij gemakkelijk onderscheiden van onze inheemse kikkersoorten als je naar de juiste kenmerken kijkt. Deze zijn de roep, hun grootte, de trommelvliezen, de keel en de rug. Kikkervissen van stierkikkers zijn moeilijker van hun inheemse tegenhangers te onderscheiden, hier is vooral de grootte een goede indicator.
De roep is veruit het gemakkelijkste kenmerk om de Amerikaanse stierkikker te herkennen. De mannelijke stierkikker loeit als een rund, zijn naam is dus niet gestolen. Het geluid wordt ook wel eens beschreven alsof er iemand het woord “rum” in een lege ton roept. Let wel op: ook ‘groene kikkers’ zoals de bastaardkikker en de meerkikker kunnen veel lawaai maken. Zij worden daarom al eens met stierkikkers verward. Ook kan het geluid wel eens met de roep van de roerdomp verward worden.
Een roepend stierkikker mannetje. De gele keel en de grote trommelvliezen zijn goed zichtbaar en gemakkelijke identificatiekenmerken.
Stierkikkers zijn veruit de grootste kikkers die je in onze streken kan tegenkomen. Volwassen dieren kunnen een grootte van meer dan 20 cm halen, bij een gewicht van meer dan 500 g. Ter vergelijking: de meerkikker (Pelophylax ridibundus), onze grootste inheemse kikker, is met een gemiddelde grootte van 10 tot 14 cm een stuk kleiner.
Een forse stierkikker. Exemplaren van deze grootte zijn zeker geen uitzondering.
De andere herkenningskenmerken zijn iets subtieler, maar met een licht getraind oog wel nog vrij gemakkelijk te herkennen. Stierkikkers hebben een grote trommelvlies, die bij de vrouwtjes ongeveer even groot is als het oog, en bij mannetjes een stuk groter. Bij onze inheemse kikkers is de trommelvlies steeds even groot of kleiner dan het oog. De mannetjes van stierkikkers hebben een enkele keelkwaakblaas, die geel gekleurd is. Inheemse groene kikkermannetjes hebben twee wangkwaakblazen. De heikikker, bruine kikker en de boomkikker hebben ook een keelkwaakblaas, maar deze is nooit geel gekleurd en deze soorten zal je ook niet snel met een stierkikker verwarren. Als laatste hebben stierkikkers meestal een olijfgroen tot bruine rug, zonder ruglijsten (verhoogde stroken op de rug) of lengtestrepen. Inheemse groene kikkers hebben twee ruglijsten en bijna altijd een lichtere lengtestreep centraal op de rug.
Links een stierkikkers, rechts een inheemse kikker. De verschillende herkenningskenmerken zijn gemarkeerd: de trommelvliezen (A), lengtestreep (B) en ruglijsten (c).
Een inheemse groene kikker, met duidelijk zichtbare ruglijsten en lichte lengtestreep. De trommelvlies is ook kleiner dan het oog.
Kikkervissen zijn altijd moeilijker om te identificeren. Hier is het enige echt bruikbare kenmerk de grootte. De kikkervissen van Amerikaanse stierkikker worden namelijk zeer groot, tot 16 cm lang. Het duurt normaal twee tot drie jaar voor een kikkervis zich tot kikker ontwikkelt. Ze overwinteren in het water nabij de bodem. Ook hier is het belangrijk om stierkikkervissen niet te verwarren met de kikkervissen (larven) van de groene kikker, welke er ook twee jaar over kunnen doen om een kikker te worden maar typisch wel kleiner blijven.
Een kikkervis van de Amerikaanse stierkikker.
Meer info over de Amerikaanse stierkikker:
- www.ecopedia.be/dieren/amerikaanse-stierkikker
- www.ravon.nl/Portals/2/Bestanden/Publicaties/Herkenningskaarten/HerkenningskaartStierkikker.pdf
- www.hylawerkgroep.be/amfibieen/stierkikker